12 augustus 2007

Bumpy Rides, Beautiful Sights













Donderdag 9 augustus: verhuis van Cotopaxi national park (in de hostal die nog niet af was) naar lago Quilotoa.
We hebben een erg bumpy ride in een pickup truck naar Machachi, waar we de bus nemen naar Saquisilí. Daar bezoeken we de plaatselijke markt die in de lonely planet nogal erg wordt aanbevolen. Erg comfortabel is het niet met onze rugzakken die we nergens veilig kunnen achterlaten. Kijk maar eens hoe Ingrid gepakt en gezakt op de markt een Granadilla koopt! Dus nemen we zo vlug mogelijk een bus naar Chugchilan. Dat is een verhaal apart. Deze busrit zullen we niet snel vergeten. Om te beginnen moeten we ons inschrijven en krijgen we genummerde plaatsen. Dat lijkt allemaal nogal professioneel, dus we zijn er gerust in. Het tegendeel blijkt waar. We mogen instappen met al onze bagage want de busbegeleider vindt dat het veiligst. Een bus heeft behalve de chauffeur ook altijd een begeleider aan boord. Die begeleider roept en tiert de hele tijd, hij maakt bij wijze van spreken voortdurend reclame voor de rit. De busmaatschappijen zijn hier privaat en de begeleiders proberen zoveel mogelijk volk op de bus te krijgen, ook al moet je er niet naar toe of zit de bus al proppensvol.
Dus wij aan boord met onze bagage, maar daar zien we al snel dat we niet de enige zijn met bagage: grote zakken aardappelen en stro in het gangpad, rekken volgestouwd met boodschappen van de markt enzovoort. Ook het dak wordt volgeladen met allerlei spullen, maar we zitten toch maar op de bus en daar zijn we blij mee want het is de laatste van die dag.
Er blijven ook maar mensen opstappen, ook al zijn de plaatsen al lang bezet. Tot overmaat van ramp komen er ook nog eens verkopers hun lekkere waar aanprijzen, zoals gefrituurd varkensvel. Yummie. We hoefden dus niet naar de markt te gaan, de markt komt wel naar de bus. Telkens er iemand plaats zoekt achter ons, is het een hele verhuis van rugzakken. Na veel vijven en zessen vertrekken we dan toch. Eerst langs geasfalteerde weg, maar daarna is het over met de pret en rijdt de bus over verharde aarden weggetjes. De chauffeur denkt dat ie met een 4x4 aan het rijden is, maar dat ding van ons weegt x ton en is x keer groter dan een toyota landcruiser. Hobbelig en vreselijk voor de dieren op het dak. Ja, dieren op het dak. We zien op een andere bus een schaap schaapachtig het evenwicht proberen te behouden. Alles wordt goedgemaakt door het adembenemend zicht op het landschap.
Na drie uur - amai ons gat - roept de busbegeleider dat we er zijn. We stappen uit op een plaats die zo verlaten lijkt dat we denken dat het 1 april is. Stel je voor dat de bus je dropt op een veldweg tussen Ulbeek en Rullingen. Zoiets, maar dan met meer koeien dan mensen. Er komt warempel een boerke aan met twee koeien, twee kalveren en twee kleinkinderen die met een zweepje de kalveren hoeden. Het boerke stelt ons gerust: we zijn wel degelijk in Chugchilan. "El hostal de Mama Hilda no esta lejos" zegt de man in zijn beste spaans, zonder gebit. Wel, ik schat dat we toch een kilometer of twee voor de boeg hadden, en dat met dik dertien kilo bagage op de rug en drie op de buik. Gelukkig krijgen we een kamer, want we hebben niet gereserveerd. Mama Hilda kan ons enkel plaats voor 1 nacht aanbieden, want de hostal zit voor het weekend vol. De douche doet goed, ook al is het jumpen tussen heet en koud water.
De volgende dag komt Lolita (de dochter van mama Hilda, een schat van een mens) zeggen dat ze een oplossing voor ons heeft. Ze zal matrassen leggen boven de eetplaats (ziet er uit als een vide), zodat we langer kunnen blijven. We hebben er die tweede nacht niet goed geslapen, maar als ze kamers op overschot had gehad, waren we er zeker nog enkele dagen langer gebleven want deze mensen waren overvriendelijk en bezorgd en de omgeving is onbeschrijflijk mooi. Vanuit de hostal gaan we met een camioneta (pickup truck) omhoog naar Lago Quilotoa, een hoog kratermeer. Zoals jullie op de foto's kunnen zien, is dit alweer een pareltje. Daarboven waait de wind heel hard en is het erg koud, maar hoe meer we afdalen, hoe warmer het wordt. We zijn in totaal met zijn achten: James, Ingrid, Hans, Bob uit Canada, Damares en Sebastian uit Freiburg Duitsland, Jem en Jan uit Londen. Er gaat ook nog een dametje mee die ons zal gidsen, Maria. Maria moet ervoor zorgen dat we niet verloren lopen en helemaal terug tot aan de hostal kunnen wandelen. We wandelen een stukje langs de krater en slaan daarna af richting hostal in het dal. Een zware tocht van 6 uur, grotendeels bergaf, maar zo steil dat ik dacht dat mijn knieen zouden omdraaien. Als het bergop was, ging ons hart serieus te keer. Inspanningen blijven zwaar op 4.000 meter.
Zaterdag was het tijd om verder te trekken, maar als ik nog ooit naar Ecuador kom, zal het zeker naar Mama Hilda zijn.

PIC OF THE DAY


Ingrid en ik in een pickup truck, onderweg naar Machachi.

10 AM PIC


In de bus van Otavalo naar Quito. Ingrid vindt Dracula (op de tv in de bus) maar niks, en slaapt tot de politie op de bus stapt en iedereen zijn paspoort moet bovenhalen.

Van Otavalo naar Cotopaxi National Park














De voorbije week verbleven we op nogal desolate plaatsen. Desolaat, dus geen internet, en vaak zelfs geen electriciteit. Zondag namen we een bus van Otavalo terug naar Quito waar we een lift versierden met Brad en zijn ferme toyota landcruiser. Brad is een van de managers van de Secret Garden, het hotel in Quito waar we de eerste 8 dagen verbleven. We reden naar het nationaal park van Cotopaxi, waar de eigenaars van de Secret Garden, Tarquinn en Catherine (hij van australie, zij uit ecuador), net voor de ingang van het park een bouwterrein hebben gekocht van 2 hectaren. Ze hebben er nu al ongeveer 2 jaar aan gewerkt: een paradijslijk plekje waar ze eerst zelf in alle rust wilden wonen, maar naarmate de bouw vorderde groeide ook de idee om opnieuw een hostal te openen: Secret Garden II, bij wijze van spreken. De hostal is nog niet echt geopend maar we hadden onszelf er min of meer uitgenodigd. Tarquinn en Catherine vonden het leuk om proefgasten te hebben. Een soort try out, zeg maar. De eigenaars zijn ongelooflijk gastvrij. Komt daar bij dat Catherine een super de super kok is, dus we zijn er vier dagen culinair verwend geweest dat het niet meer schoon was. Slapen was a l'improviste: wij beiden op een matras in de living, en James (ja hoor hij is er nog altijd bij) en Phil (een vrijwilliger uit Ierland) op de zetel bij de open haard. Vanaf half augustus zou de hostal een tiental gasten moeten kunnen ontvangen: 6 in een dorm (groepskamer) en 4 in twee private kamers met elk eigen open haard en douche. Maar zoals jullie op de foto kunnen zien, is er nog veel werk. Toen wij er waren, werden de tegels gelegd in de dorm, en was men net begonnen met het plaatsen van de ramen. De private kamers... tja daar is nu zo ongeveer de ruwbouw van klaar. In ieder geval kunnen wij deze hostal alleen maar aanbevelen. Iedere morgen sta je op met een waw Waw WAW gevoel. En daarna: oei wat is het toch koud. We zitten hier immers op 3.400 meter en er is geen electriciteit en geen verwarming. Alternatieven zat: een open haard warmt het huis op vanaf een uur of 6 s'avonds, en er is een gasboiler voor wie een douche nemen wil (bij kaarslicht). Ook is er een kleine generator die gedurende 1 uur per dag zorgt voor 220 V.
We beklommen de Pasochoa, 4.199 meter - amai ons hart, en we gingen paardrijden in de omgeving - amai ons gat.
Ons slaapritme is ook veranderd. Hier is het donker om half zeven en vanaf dan gaat de open haard en het kaarslicht aan. Rond negen uur gaan we slapen, en om half zeven staat iedereen weer op. We hebben de eerste avond de barbecue buiten aangestoken, en de laatste avond hebben we voor het eerst de pizza-oven (een echt gemetselde oven die buiten tegen het huis is gebouwd) getest. Ingrid heeft haar ogen de kost gegeven in de keuken van Catherine: als we terug thuis komen weten we al wat we gaan koken: indian chicken curry, blueberry pancakes, scones met zelf gemaakte room...
We zijn 1 dag in het huis gebleven, kwestie van de spieren een dagje rust te gunnen. We vulden de dag met Rummicub, spaans leren, beetje was doen (hans kan het ook al, handwasje doen in ijskoud water!) en 500 en 'shithead' spelen (dat is een Australisch kaartspel, kopje erbij houden).

Nog even iets over de Cotopaxi: dat is de hoogste nog actieve vulkaan ter wereld. Op de top is ie bijna 5.800 meter, en het zicht op deze berg verandert elke minuut. S'morgens ligt er een pak sneeuw op, en dat neemt in de loop van de dag af, dan komen er wolken voor, dan weer geeft de zon er een rode gloed aan... Fantastisch gewoon. Heel deze pracht wordt heel voorzichtig behandeld. De weg er naartoe wordt bewust niet opgeknapt, er is een hoog toegangsgeld, en je mag er enkel in met een gids. Overtreders worden hard aangepakt. Resultaat: weinig toeristen hier, enkel de die hards die heel wat ontberingen willen trotseren raken op de top. Reken ons er maar niet bij hoor! Wij keken wel met de telescoop naar de top.

Deberes Espanol (spaans huiswerk)

La chica se llama Ana. Cada dia, la veia en la escuela. Ana era linda, todos los estudiantes le amabamos. Pero Ana y yo vivimos en la misma calle. Entonces, nos veiamos mucho mas que con mis otros companeros de clase. Ana era menor que mi, pero mas alta.
Mientros los años de mi infancia, escojia siempre por Ana.
Ella estaba en mi desayuno y mi almuerzo y mi merienda.
Yo tenia hambre de la mañana hasta la noche de Ana.
Ana era mi plato fuerte de mi infancia.
Ahora tengo solamente un oso de peluche. Su nombre: Ana.