01 april 2008

EQUITY TV





Ik heb de hele afgelopen week meegedraaid in het team van Equity tv. Het plan was om deze week te observeren hoe die jongens en meisjes te werk gaan. Enkel observeren: het bleek best vermoeiend te zijn. Ik ging meestal in de voormiddag mee op opnames, en in de namiddag zat ik in de montagecellen. Te kijken.

Er zijn vier journalisten, drie cameramensen en drie monteurs. Verder nog een eindverantwoordelijke die op het eind van de rit alle items in eindassemblage aan elkaar plakt en een eindredacteur die over de inhoudelijke balans waakt. Die laatste, Cedric, is overigens een franstalige Belg met een Cambodjaanse partner en twee schatten van kindjes. Hij kent de geschiedenis van dit land en kan alles in een context plaatsen. Dat kan ik niet, mijn observatie ging enkel over de aanpak van opnames en montage, zonder over de inhoud te oordelen.

De cameramensen maken geen focus, doen vaak geen moeite om bij interviews een extra microfoon te gebruiken, springen slordig om met statieven en blijven tijdens interviews constant aan de camera prutsen. De journalisten bereiden hun onderwerpen misschien grondig voor, maar eenmaal op pad met de cameraman, zijn ze enkel maar met de inhoud bezig. Het maakt hen niet uit hoe schots en scheef de camera staat, of er een hond staat te blaffen achter de deur, of de geinterviewde in zijn neus zit te peuteren of op zijn stoel zit te schommelen. Evenmin zal iemand bezwaar maken tegen een geinterviewde die twintig minuten lang recht in de lens spreekt, alsof hij god de vader hemzelve is.

De studio-opnames lijken - behalve de bevallige schminkster die professioneel het zweet van de gezichten van de studiogasten afveegt - in niets op hoe het er thuis aan toe gaat. De twee backlights bijvoorbeeld geven licht op de studiovloer, maar zeker niet op de achterkant van de hoofden van presentator en studio-gast. Het is een kwestie van eens aan die spots te draaien, maar zelfs als ik dat zeg, lachen ze eens vriendelijk. Er is geen ladder om aan die spot te raken. En er is geen chef techniek. Wel is er heel aandoenlijk een trosje wierookstokjes dat voor de start van de opnames wordt aangestoken en tijdens de gesprekken goede karma-dampen staat vrij te geven. Dit ritueel geeft zoveel vertrouwen aan de ploeg dat zelfs de mixer tijdens de opnames (life on tape) met zijn linkerhand telefoongesprekken aanneemt en met zijn rechterhand van camera 1 over 2 naar 3 switcht.

De monteurs hebben nog nooit van een audiosplit gehoord. Hun laatste 'ontdekking' is het toevoegen van muziek. Dat vinden ze zelf zo leuk dat er nu op elke reportage een saai muziekje plakt dat eindeloos wordt herhaald. Verder zijn ze niet erg gemotiveerd. De monteurs doen er bijvoorbeeld langer over om een nieuw achtergrondbeeld voor hun desktop te kiezen (Sivinna vond een mooie bonzai boom na een half uur zoeken) dan een achtergrondbeeld voor een titel te zoeken.

Hun voorbeelden op de nationale tv zijn zo mogelijk nog slechter. De presentator van het TVK nieuws spreekt een half uur zonder stoppen en met een super monotone stem. Tegelijk komen er reeksen beelden op het scherm, slordig aan elkaar geplakt, zonder enige vorm van bijhorende klank...

Enige voordeel van dit soort tv is dat er weinig reclame is...

Een week later.
Tijdens een meeting neem ik samen met een vertaler het groepje monteurs, journalisten en cameramannen apart. En zoals gebruikelijk zijn er vervelende reacties - zoals de monteur die de hele tijd zijn krant bleef lezen - en een paar positieve reacties - zoals de journaliste die me vraagt om bij volgende opnames meer aanwijzingen te geven of de monteur die me vraagt om hem het europees idee van effecten te tonen. Langs de ene kant blijft het gevoel dat ik van Mars kom met mijn visies over camerawerk en montagetechnieken, en langs de andere kant bevestigt deze ervaring dat wij in Belgie tenminste professioneel met het medium omspringen en er uit halen wat er uit te halen valt.