22 april 2008

10 AM PIC


Veel kinderen kijken verrast op als ze twee blanke mensen op een brommer voorbij zien rijden. We staan in het middenpunt van de belangstelling als we in een kraampje langs de weg een Pepsi opdrinken.

PAKSE EN HET BOLAVEN PLATEAU








In Pakse valt niet veel te beleven, maar dat wordt goedgemaakt door ons verblijf in hotel Pakse. Het hotel heeft een schitterend dakterras ofte rooftoprestaurant met zicht op de Mekong. Dit is een ideale plek voor een aperitief maison met ondergaande zon. En er is meer: voor het eerst deze reis hebben we Wifi (draadloos internet) op de kamer. We kunnen Xavier vanuit kamer 317 proficiat wensen met de geboorte van Gilles. Jaja, mijn Asus eee die ik in Bangkok heb gekocht wordt hier intensief gebruikt!
Vlakbij het hotel kun je ook brommers huren en dat is dan ook wat we de volgende drie dagen doen. We pakken allebei een dagrugzak in en laten de zware rugzakken achter in het hotel. Op een kleine 40 km van Pakse begint het Bolaven Plateau. Bolaven betekent 'plaats van de Laven' en die Laven vormen de grootste etnische groep in de regio. Zij leven van de koffieproductie. Wij worden echter vooral aangetrokken door de hoogte en de daarbij horende koelte van dit plateau. In Tad Fane bijvoorbeeld is het aangenaam warm. We checken in in de Tad Fane resort (www.tadfane.com). In de namiddag rijden we naar een grote waterval twee kilometer verder op, waar veel Laotianen en weing toeristen zich te goed doen aan een verfrissende duik in het water. Maar we moeten er vroegtijdig weer van door omdat het begint te onweren. Het blijft de rest van de dag erg koel: we trekken 's avonds voor het eerst in twee maanden een trui aan!
We genieten de volgende ochtend bij het ontbijt van het zicht op twee watervallen. Het is te zeggen: Ingrid geniet van de watervallen, ik zelf ben te druk bezig met het laatste hoofdstuk van de nieuwe Nicci French.
We brommeren verder langs kleine dorpen en merken onderweg op dat er behoorlijk wat stukken bos worden platgebrand. Een koffieplantje brengt namelijk meer op dan een boom. Blijkbaar denken de boeren hier niet verder dan hun neus lang is. Deze ontbossing vormt een groot probleem in Laos en de andere landen in Azie.
De volgende bestemming is Tad Lo en ook daar vinden we een supercharmant hotelletje: de Tadlo Lodge, gelegen aan een riviertje waarin we vanop ons terras kinderen zien spelen, zwemmen en duiken. Om half vijf maken alle kinderen plaats voor twee olifanten die door hun baasjes worden gewassen in de rivier. Goed videomateriaal!
We worden als een prinsenpaar behandeld in het hotel en de volgende ochtend wordt duidelijk waarom: we zijn hier de enige gasten...
Tenslotte nog iets over onze Suzuki 110 cc. Thuis zou dat een lachertje zijn, maar hier is dit de standaard. De zwaarste moto in Laos (en ook in Cambodja) is een Honda Dreamer 125 cc. Dat is echt de droom van elke Laotiaan. Als ik naar de reclame op tv kijk, merk ik dat er maar 1 commercial tussenuit springt: 30 seconden romantiek met een Honda Dreamer.

20 april 2008

PIC OF THE DAY


Zonsondergang boven de Mekong.

10 AM PIC


Oud vrouwtje op Don Khon met boodschappenmandje.

ZUID LAOS - 4.000 ISLANDS









Grensovergangen zijn altijd een beetje afzien in Zuid Oost Azie. Ik laat mijn gezond verstand spreken en kies voor een pakket tickets bij een reisbureau in Phnom Penh dat ons helemaal tot op de plaats van bestemming in Laos brengt.
Het zogenaamde pakket is een grote farce. De busmaatschappij is klote en komt geen enkele van haar beloftes na. Hierdoor stranden we in Stung Treng, op 30 km van de grens met Laos. Omdat ons visum de volgende dag afloopt - we moeten maken dat we het land uit zijn - betalen we een extra ticket bij Mr. T, een soort mistery magic meneertje die zich specialiseert in het 'helpen' van gestrande passagiers op hun weg naar Laos.
De volgende dag reizen we zonder veel problemen (op 2 keer een dollar smeergeld voor de douaniers aan beide kanten van de grens na) in een AC minivan en een longtailboot verder tot op het eiland Don Khon. Dit is 1 van de 4.000 eilanden in dit gebied. Nergens anders in Laos is de Mekong zo breed - tot 14 kilometer. Het is een soort van natuurlijke delta. Het brengt een typische fauna en flora met zich mee zoals bijvoorbeeld de Irrawaddy zoetwaterdolfijnen.
De Mekong wordt in deze streek echt gebruikt als een weg om de eilanden te bevoorraden. We hadden min of meer gehoopt om in Laos grote stukken over die Mekong te varen, maar we zijn op het eind van het droog seizoen, dus staat het water op veel plaatsen veel te laag. Het Franse leger (ik moet nog eens nalezen wat de Fransen hier ook alweer kwamen doen...) heeft lang geleden een oplossing proberen te verzinnen voor het transportprobleem in het droge seizoen en is met veel goede wil beginnen plannen maken voor een spoorwegverbinding. Maar ver zijn ze met die plannen niet geraakt: er is welgeteld 1 spoorwegbrug aangelegd met de hulp van de Fransen en die verbindt Don Khon met Don Det (zie foto met brug op achtergrond).
We nemen onze intrek in Pan's Guesthouse. Dit is de enige plek op het eiland (ik schat dat het zo'n 4 bij 4 kilometer groot is) waar de electriciteit pas uitvalt om 02 uur 's nachts in plaats van 22 uur 's avonds. Dat scheelt: 4 uur langer ventilo-comfort.
We blijven hier 2 nachten. De eerste avond wordt het gezellig dankzij een LaoLao coctail (of 2), maar vooral dankzij het uitstekende gezelschap van Magali en Sebastien, een Frans koppeltje. Ingrid is die eerste nacht erg ziek (en nee, zij dronk die cocktail niet) en ligt de volgende dag bijna de hele tijd in de hangmat, met zicht op de Mekong weliswaar.
Ik huur een fiets en trek er alleen op uit. Ik rijd over de fameuze brug naar Don Det - 1 van de 3 toeristische eilandjes. Het is een plezierige fietstocht door velden met waterbuffels, tussen palmbomen en spelende kinderen. Alles is hier erg rudimentair maar dat draagt natuurlijk bij tot de authenticiteit en ... tot mooie foto's van mooie mensen.
Op de eilanden zijn geen koelkasten zoals wij die kennen. Een fris pintje krijg je uit een koelbox waarin grote blokken ijs liggen die dagelijks per boot worden aangevoerd van het vasteland. Dit Laobier mist zijn effect niet, want ze blijven hier maar nieuwjaar vieren!
Goed dat er ook nog nuchtere mensen zijn zoals Simone en Hardy, een Nederlands stel op wereldreis dat we die middag leren kennen in ons guesthouse (voor de geinteresseerden, hun weblog is http://www.machardyexperience.web-log.nl/)
Om 16 uur - de temperaturen worden weer draaglijk - fiets ik met hen tot aan het strand, waar we een longtailboot huren om de dolfijnen te bekijken. We varen naar een lookout op een rots, en nu maar wachten op de beestjes... We horen ze wel (een soort van Phfffff, meer een zucht met een kreun op het eind), maar krijgen ze nauwelijks te zien. Het klinkt alsof ook zij het water te warm vinden.
Toch vind ik het een geslaagde uitstap, want bij de terugkeer genieten we van een spectaculaire zonsondergand.

De volgende morgen reizen we per boot en minivan verder naar Pakse.