17 mei 2008
10 AM PIC
Een kleurrijke hoek in Kao San Road, Bangkok.
Welke geldautomaat zal ik vandaag eens kiezen: de roze, de gele, de groene of de blauwe?
INTERMEZZO IN BANGKOK
Op naar het zuiden. Thailand is zowat het enige land in de regio waar betrouwbare treintjes rondrijden. Per trein reizen is trager dan per autobus, maar we hadden al zoveel goeds gehoord over de 1ste klas slaapplaatsen op de nachttrein, dat we in Chang Mai ons zitje proberen te versieren voor het zuiden. Zware ontgoocheling als blijkt dat er geen slaapplaatsen met airco meer vrij zijn. Noodgedwongen stappen we op een nachtbus met bijzonder weinig beenruimte. Nog zoiets dat we moeten onthouden: nooit een bus reserveren in een reisbureautje, altijd boeken vanuit het officiele busstation. Probleem is dat officiele busstation te vinden. Enfin, we zijn met hebben en houden op weg naar het zuiden.
Waar naar toe? Zo goed als elke reis van noord naar zuid loopt door Bangkok. Bangkok is voor de meeste reizigers een supergrote en bijzonder onoverzichtelijke verkeershub. Zeker als je zoals wij om 05u30 in de ochtend aankomt op Kao San Road, hartje Bangkok. Meteen worden we aangesproken door een taxichauffeur die zoals steeds onze plannen probeert in zijn voordeel om te buigen. We willen zo snel mogelijk door naar Ko Tao, een eiland in de golf van Thailand. Aha, zegt de man, dan kunnen jullie niet naar het officiele busstation, want dat is een heel stuk van hier rijden en bovendien is dat op dit uur nog niet open. Het is te vroeg om tegen te spartelen en na wat gekibbel over de prijs – het wordt alsmaar moeilijker om taxichauffeurs ertoe aan te zetten hun meter te gebruiken – brengt de man ons tot bij een reisbureautje (van een vriend allicht) dat om 6 uur in de ochtend opent.
Het is balen van zodra de man van het reisbureau spreekt: ‘de eerstvolgende bus naar Ko Tao vertrekt pas om 19 uur deze avond’. Dat betekent dat we dus geradbraakt uit bus 1 komen (na 10 uur bus), 12 uur de tijd moeten doden in Bangkok, en pas vanavond opnieuw voor 14 uur aan een stuk opgezadeld zitten met een aaneensluiting van bus, minivan en boot…
En het wordt nog meer balen als Ingrid merkt dat ze haar boek van Harlan Coben (wat een geluk dat die auteur zoveel boeken heeft geschreven!) in bus 1 is vergeten.
Koffie. Dringend.
We buigen het lot om in ons voordeel en stellen de hele dag in het teken van dat boek van Harlan Coben. We gaan elke boekenwinkel binnen op Kao San Road en omgeving op zoek naar ‘Just One Look’. Elke winkel hanteert een ander klasseringssysteem. De ene zet de boeken per taal, de andere alfabetisch op titel, we vonden er zelfs een die een indeling maakte naar vrouwelijke auteurs en mannelijke auteurs (?), maar de meeste hebben gewoonweg geen enkele vorm van ordening van boeken.
Geen ‘Just One Look’ te vinden. We zetten onze gedachten op oneindig en nemen de ferry, weg van de drukte in de stad. Da’s leuk, die ferry. Je betaalt 15 Baht (12 oude Belgische frank) en je mag heel de rit op de rivier uitzitten – of er vroeger afstappen als je ergens speciaal wil zijn. Wij gaan een heel stuk mee want we moeten nergens zijn.
En dan gaan we terug en kopen ons avondrantsoen in de seven-eleven en zetten ons daarna schrap voor de volgende nachtrit naar onze eindbestemming. Dit keer krijgen we waar voor ons geld: een bus met voldoende beenruimte en roze gordijntjes met borduursel.
16 mei 2008
CHANG MAI
Chang Mai is de tweede grootste stad van Thailand, maar er is zoveel meer ademruimte dan in Bangkok. Je merkt nooit dat er 1,6 miljoen mensen wonen. De meeste toeristen nemen onderdak in de oude binnenstad. Die ligt ingekapseld binnen een historische muur van zowat 2 bij 2 kilometer. Toch krijg je nooit het gevoel dat de belangrijkste attracties in dit centrale stuk liggen, want als je de vele tempels of markten wil gaan bezoeken, moet je aardig wat kilometers afstappen. De grootste tempel bijvoorbeeld, Wat Doi Suthep, ligt op 20 km rijden en ligt bovenop een heuvel. Dit is noord-Thailand by the way en eens buiten de stad kom je snel terecht in dichtbeboste heuvels met bergvolkeren. Honderden reisbureautjes organiseren daguitstappen naar zogenaamde authentieke stammen in de bergen waar vrouwen leven met een lange nek. Wij doen daar niet aan mee, maar huren wel een brommer voor een dag om de omgeving te verkennen. Ons bezoek aan Wat Doi Suthep valt volledig in het water. We komen doorweekt aan bij de tempel en wandelen 300 trappen naar boven om daar vast te stellen dat er 1: zero meter zicht op Chang Mai is, en 2: een kakafonie aan kraampjes met Buddha beeldjes staat die ons aan Scherpenheuvel doet denken. Later die week bezoeken we ook nog het centraal gelegen Wat Pra Singh, en Wat Chedi Luang, waar bijzonder veel honden rondhangen omdat ze er elke avond gevoerd worden door een organisatie die zich inzet voor straathonden en waar we meedoen aan de ‘Monk Chat’. We hebben er een informele babbel met een jonge monnik die ons aan de hand van een aantal truukjes met een balpen laat zien dat alles ‘impermanent’ is en er min of meer uit afleidt dat de waarheid enkel binnen in jezelf ligt.
We weten dat we opnieuw in Thailand zijn omdat we letterlijk om de oren worden geslagen met muziek van 'The Carpenters'. Wat hebben de Thai met Karen Carpenter?
Verder hebben we het best naar onze zin in Chang Mai.
We wisselen onze povere guesthouse van de eerste nacht voor een sjieker zakenhotel met zwembad waar net deze maand een soort van Flair actie bezig is. Nu voel je aan je kleine teen dat het laagseizoen begonnen is: in dit hotel zijn schat ik 50 kamers, maar er zijn nauwelijks gasten. Kijk maar naar de foto van Ingrid in de ontbijtzaal…
We volgen (alweer) een kookcursus en leren er onder andere het fameuze Thaise gerecht Pad Thai maken. We wandelen op zondag over de avondmarkt – de helft van de binnenstad wordt dan omgetoverd tot een shopping paradijs in open lucht. We kunnen het niet laten om al het geld in onze portefeuille op te kopen aan souveniertjes en lekkere spulletjes die ze langs de straat klaarmaken. Verder hebben we het ongeluk dat hier ook hele grote winkels zijn met mooie horloges en tot overmaat van ramp blijkt er ook een winkel te zijn die totaal overbodige spulletjes van Apple verkoopt.
De stad is een aaneenschakeling van massagesalons, tempels (er zijn er meer dan 300…), tweedehands boekenwinkels, fruit- en groentenmarkten en restaurantjes. In de Gecko bookshop vinden we nog enkele titels van Harlan Coben die we nog niet hadden gelezen. En in de Night Bazaar vinden we warempel een copie van seizoen 6 van de Gilmore Girls. Dat is een prima optie voor de regenachtige dagen die er nu aan staan te komen. Een voetmassage in de voormiddag, een ijskoffie in de namiddag, even zwemmen tussendoor, en een avondprogramma dat bestaat uit stukjes mango en Lorelai (hoofdpersonage in Gilmore Girls): meer moet dat niet zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)