03 mei 2008

THE MONKS ALMS





De voormalige hoofdstad van Laos is een paradijs voor fotografen. Meer dan twintig tempels bieden een visueel spektakel, maar na een tempel of drie vier houden wij het al voor bekeken. Met nog 1 tempel te gaan (boven op de heuvel in het midden van de stad, we wachten op een 'koelere' dag) verleggen we onze aandacht op de monniken zelf. Die ingetogen jongens (vaak zijn ze niet ouder dan een jaar of 14) bepalen voor een groot stuk het straatbeeld in Luang Prabang. En ze houden er een heel bijzonder ritueel op na. Elke dag om half zes in de ochtend gaan ze met honderden tegelijk de straten langs op zoek naar voedsel. Bewoners koken 'sticky rice' en delen dat uit aan de monniken, die daarvoor een speciale trommel bij zich dragen. Als de trommel gevuld is, keren de monniken terug naar hun tempel voor het ontbijt. Ook toeristen happen gretig toe en proberen net als wij het ritueel te fotograferen (wel respect tonen en afstand bewaren aub), of ze kopen 'sticky rice' op de ochtendmarkt en gaan samen met de inwoners van de stad in de rij staan, wachtend tot de monniken langskomen...

02 mei 2008

KOOKCURSUS IN LUANG PRABANG




In Luang Prabang kan je op drie plaatsen kookles volgen. Wij kiezen voor de '3 Elephants Cafe'. 's Morgens vertrekken we om 10 uur met een van de leraars naar de plaatselijke markt voor een snelle update inzake 'warenkennis'. We zijn met acht deelnemers: 3 Engelse meisjes, 2 Amerikaanse, een Oostenrijker en wij. De rondleiding op de markt is moeilijk omdat Pierre-Jan (zeker niet zo geschreven, maar zo klinkt zijn naam) Engels spreekt met een onverstaanbaar accent. Als we terug zijn in de keuken krijgen we allemaal een schort voorgebonden en een cursus vol recepten. Nu aan de slag! Iedereen wordt per 2 gezet aan een kookstation en we maken in totaal acht gerechten klaar, gespreid over de hele dag. Het wordt een feest dat duurt tot een uur of zes.
We merken nauwelijks dat de lunch overgaat in het diner. We maken de heerlijkste gerechten zoals Feu Khua (noodels met kip en groenten, zie foto), Luang Prabang salade, Oh Paedak (Lao varkenscasserole) en andere. We leren niet alleen die gerechten klaarmaken, maar krijgen ook info over de Lao eetcultuur. We onthouden: in Laos eet je nooit alleen.
Tegen het eind van de dag is ieder van ons een indigestie nabij. Wij kletsen nog wat na met Mike, de deelnemer uit Oostenrijk. Hij geeft ons nog een 'gouden' tip voor een kookcursus in Chang Mai in Thailand. Bedankt Mike, maar voorlopig even niet...

01 mei 2008

LUANG PRABANG














Elke reisgids zal je vertellen dat Luang Prabang een must see is, maar ik heb vandaag een een keelontsteking en lees moedeloos hoe de Unesco in 1995 de stad toevoegde aan haar World Heritage lijst.
Zodra ik aan de Clamoxyl ben, voel ik me beter (moet het placebo effect zijn). Ik krijg er weer zin in. En Ingrid, die had er al lang zin in. Want in Luang Prabang is een ochtendmarkt EN een avondmarkt. De ochtendmarkt, dat is me een warboel aan geuren en kleuren zeg! Maar ongelooflijk mooi. We genieten van al die indrukken, ontwarren de geur van rotte vis (daar maken ze hier saus mee) en raden naar het soort insecten dat die of gene boerin verkoopt. Tot we achteraan in de straat een stalletje zien waar een boerin een gevilde hond verkoopt.
Nee, dan heeft de avondmarkt meer in petto. Broeken, truien, t shirts, foto albums, kussenslopen, dekbedovertrekken. Het wordt allemaal mooi gepresenteerd in het schemerdonker van een zwoele avond. En we happen toe. We happen flink toe. Wat hebben we veel gekocht! En voor zo weinig geld! We feliciteren onszelf. Tot we de volgende dag de boel (6 kilo) per post versturen en voor de verzending naar Belgie een pak meer moeten betalen dan voor het totaal van de aankopen zelf...

Op 1 mei vieren ze hier niet alleen 'Workers Day' (met karaoke en al) maar ook de start van het regenseizoen. Maar de regen kwam dit jaar 1 dag te vroeg. Op 30 april, precies om 13 uur, gingen de hemelsluizen open boven Luang Prabang. Wij vluchtten net op tijd een van de zovele massagesalons binnen en lieten ons hoofd, onze nek en schouders net zolang masseren tot het ophield met regenen. Daarna konden we nog net meemaken hoe de kinderen van het schooltje hier 'om ter natst' speelden. De speelplaats was herschapen in een mini zwembadje en omdat hier niet zoiets als 'toezicht' bestaat, werd er niet op een natte broek meer of minder gekeken. Ach, wat maakt het ook uit met die hitte.

30 april 2008

ROUTE 13



Route 13 doorkruist Laos van noord naar zuid, het is vanuit toeristisch oogpunt gezien de belangrijkste route in Laos. Het is eigenlijk ook de enige weg die geasfalteerd is. Helemaal in het noorden moet je nog over onverharde weg rijden, maar als het aan de Chinezen ligt komt ook daar spoedig verandering in. Zij willen dolgraag die noord-zuid as als een handelsdoorgang naar Cambodja en naar zee kunnen gebruiken. Het is trouwens een grappige geschiedenis met die route 13, want zowat iedereen behalve de Laotianen zelf hebben zich met het asfalteren van die weg bezig gehouden. Soms komt het asfalt via een schenking van India, en honderd kilometer verder staat er een nieuw bedankbordje voor Japan dat een stukje weg heeft aangelegd, en zo gaat dat maar door.
We rijden richting Luang Prabang, onze volgende bestemming. Omdat de locale bussen supertraag rijden, overal stoppen en erg onbetrouwbaar zijn, stappen we in een volgepakte camionette (hier heet dat een VIP Mini Van). Van een waardig alternatief gesproken! De reisbureautjes hier hebben ons verdorie iedere keer weer liggen. Ze tonen ons op papier een prachtig uitziende wagen waarmee ze ons tot op de bestemming zullen brengen, maar in de praktijk is die wagen alleen maar een manier om je een ticket te verkopen. Een heel oud truukje, en in Europa kan je bij dit soort boerenbedrog makkelijk je been stijf houden en weigeren in die stokoude camionette te stappen, maar hier in Laos is het te nemen of te laten. De route tussen Vang Vieng en Luang Prabang is de mooiste die we in heel Zuid-Oost Azie al hebben gezien. Achter elke bocht krijgen we een nieuw zicht op nieuwe bergen cadeau. Die bergen zijn weliswaar niet zo hoog en impressionant als de Andes in Zuid Amerika, maar dit is toch een aangename verrassing. We rijden door kleine bergdorpjes waar kinderen achter het busje aan lopen en voortdurend Sabaidee (hallo) roepen. In de meeste dorpen is geen electriciteit. De kinderen spelen met... niets en hopen op... niets. Een stok en een fietswiel: dat is hier feest voor een heleboel kinderen.
We delen de camionette met een stel jongens uit Engeland maar ook met Dave en Emmy, die we in Vang Vieng leerden kennen en met wie we enkele dagen samen optrekken. Dave is een Canadees en Emmy is Japanse. Ze leerden elkaar kennen toen hij in Japan Engelse les gaf... aan Emmy. Nu wonen ze beiden in Toronto, Canada, zijn net getrouwd - dit is hun huwelijksreis - en hebben plannen om over een jaar naar Vancouver te verhuizen. Dat vinden Ingrid en ik een goed plan! Vancouver is een prachtige stad. Toen wij er dertien jaar geleden waren, was het een totaal uitgeregende stad, maar wij willen zeker ooit terug. En dit keer een terrasje doen. Wij hebben alvast een uitnodiging op zak.

29 april 2008

VANG VIENG





Vang Vieng, een klein dorp langs de Nam Song rivier, is een meevaller. Schitterende ligging temidden een verzameling rotsen die uit het niets achter de rivier de lucht in schieten. Lonely Planet waarschuwt nogal bot voor een hoog Khao San Road gehalte (de beruchte/beroemde supertoeristische straat in Bangkok), maar wij vinden de vergelijking niet opgaan. LP verwijst nl naar de hoofdstraat waar een tiental barretjes liggen die de godganse dag aflevering na aflevering van 'Friends' uitzenden (zie foto). Voor de tv's liggen semi comateuze toeristen aan literflessen bier te lurpen en als de lachband op tv lacht, lacht er niemand mee. Wie niet van Friends houdt, moet hier niet zijn.
Vang Vieng trekt het verkeerde volk aan? Eh, misschien wel. Het dorp wordt platgelopen door backpackers van het type 'fuifnummers eerste klas'. In de bus naar onze bestemming luisteren we een gesprek af tussen een groepje jongens. Blijkbaar hopen ze in Vang Vieng een guesthouse te vinden voor minder dan 5 USD per nacht per persoon en de rest van het budget op te drinken aan Lao bier, dat er te vinden moet zijn aan minder dan 1 USD per liter. Nog een geluk dat er guesthouses voor ieders smaak en budget zijn. Wij vinden onderdak in een supergoedgelegen en rustige 'resort' met een achttal bungalows (soort paalwoningen) vlakbij de rivier. Ons terras geeft uit op het water (zie foto). Jammer genoeg kunnen we hier maar 2 nachten blijven.
Wat valt er verder nog te doen in Vang Vieng? De hele dag lang worden tuk-tuk-ladingen euforische toeristen naar een plekje 5 km stroomopwaarts gebracht . Daar worden ze een voor een boven op grote binnenbanden van auto's gedropt, en vervolgens te water gelaten. Bye bye, zwaai zwaai, en daar gaan ze. Het fenomeen heet 'tubing'. Verder stroomafwaarts begint de fun, met enkele versnellingen, wat bochten die verkeerd worden ingeschat, en een reeks cafeetjes langs de oever om te rusten. Niet zelden vertrekt een groepje op de middag, en doen ze er tot een uur of acht s'avonds over om die 5 kilometer in de autoband af te leggen.
Wij hebben het allemaal van horen zeggen, of wat dacht je. Onze informant ter plaatse is niemand minder dan Ward Reekmans, een jonge kerel uit Hasselt die vorige maand een stuk grond gekocht heeft in Vang Vieng en hoopt om zich hier ooit permanent te vestigen. We hadden hem leren kennen via de portaalsite van Hasselt, waar een link staat naar de website van Ward (www.laatlaosleren.be). Hij is hier vorig jaar eerder toevallig terecht gekomen als vrijwilliger voor het bestaande schooltje dat verbonden was aan de 'Organic Farm', dat is zeg maar de variant van het Geitencooperatief van Remi Schiffeleers in Alken. Al snel kreeg Ward zicht op de hopeloos verouderde infrastructuur van het basisonderwijs in Vang Vieng. Toen kreeg hij het in zijn kop om in zijn eentje een inzamelactie te starten in Hasselt en omgeving met als doel een nieuwe school te bouwen voor drie klassen. Ward is een enthousiaste kerel en kreeg makkelijk een stel mensen bij elkaar. Een maand later vormden ze samen een vzw en niet zo lang daarna stond er warempel een spiksplinternieuw gebouw dat vorige maand in gebruik is genomen! Kostpijs minder dan 20.000 USD. De stad Hasselt en de provincie Limburg waren enkele van de gulle schenkers.
We gaan Ward bezoeken op de Organic Farm en rijden met de brommer (huurprijs voor 1 dag: 40.000 kip, dat is ongeveer 3,5 euro) tot aan de nieuwe klasgebouwen. De directrice ontvangt hem - en ons - met de nodige egards. Jaja, peperkoeken Ward is een graag geziene gast in Vang Vieng. Maar vraag hem niet om in een binnenband de Nam Song af te varen. Nee bedankt.

27 april 2008

VIENTIANE











De hoofdstad van Laos lijkt in omvang op Hasselt. Er wonen om en bij de 200.000 mensen. Laos is het armste land van Zuid-Oost Azie en dat heeft voor een stuk te maken met het feit dat dit land per capita het meest gebombardeerde land ter wereld is. Grond is hier vruchtbaar, maar ook heel explosief. Het 'clearen' van een stuk grond - alle niet ontplofte explosieven verwijderen - kost hier meestal meer dan de opbrengst die de gewassen ooit zouden kunnen opbrengen. Daarom sturen veel boeren hun kinderen het veld op met een zelf in elkaar geknutselde metaaldetector. Kinderen wegen lichter dan volwassenen, is de redenering, dus is de kans kleiner dat er iets fout gaat. Maar dat spreken de statistieken van Handicap International grondig tegen. Elk jaar nog sterven er kinderen op het veld, de ledematen van het lijf gerukt door bommen van Amerikaanse of Russische makelij. Ook daar houden de Laotianen er een morbide gedachte op na: ze verkiezen de Russische, omdat de onderdelen van hun bommen uit metaal zijn (en niet uit plastic zoals de meeste amerikaanse bommen die hier werden gedropt). Metaal heeft zo zijn voordelen: het roest als het lang genoeg in de grond zit (= bom gaat niet meer af), en de kiloprijs voor oud ijzer ligt hoger dan die voor gerecycleerd plastic. Extra jammer bij dit alles is dat al die bommen en of mijnen daar niet gedropt werden om Laotianen uit te roeien, maar wel om de Vietcong te bestrijden...

Maar we zijn hier niet om het verleden van dit land te herkauwen. Wij volgen de Mekong die Laos van noord tot zuid doorkruist. En we dachten dat vrij letterlijk te doen (maar dan van zuid naar noord). Bootjes varen grote trajecten van de route, en reisverhalen van andere backpackers hadden ons goesting doen krijgen om hetzelfde te doen. Alleen hebben we een doorslaggevende factor over het hoofd gezien: we zijn nu op het eind van het droge seizoen. De Mekong is niet diep genoeg om vlot verkeer toe te laten.
We zien dat heel goed in Vientiane wanneer we een fiets huren en een stukje langs de rivier op fietsen. De Mekong is herleid van een brede rivier tot een nauwe geul. Het is een trieste aanblik, en ik vraag me af of die restaurantjes en guesthouses op deze straat wel klanten over de vloer krijgen. Ons hebben ze alleszins niet liggen. Wij fietsen verder de stad in, naar een winkeltje waar Ingrid een Magnum ijs in het vriesvak heeft zien liggen. Dat heb je met hoofdsteden: een ruime keuze in Westerse artikelen. Yummie spullen, maar ook handige spullen, zoals een bankautomaat. Die heeft in Laos zo zijn eigen beperkingen. We kunnen met onze Maestro kaart maximaal 700.000 Kip per keer uit de muur halen, dat is omgerekend exact 51,3 euro die van onze rekening gaat. Je kan daar in Laos makkelijk een dag of twee mee rondkomen, maar toch is het vervelend dat we regelmatig 'langs het kastje' moeten gaan.
Ook vervelend: het 25 meter zwembad (het enige in heel Vientiane) waar we zo naar hadden uitgekeken zit vol met ondefinieerbare witte 'vlokjes'. Daar durven wij niet in gaan! We vragen en krijgen ons entreegeld terug en geven de vijf medewerkers van de zaak de raad voortaan hun tijd te doden met vlokjes vangen.
Wij vullen de rest van de tijd met bezoekjes aan de ochtendmarkt waar we nee zeggen tegen een uitgebreide keuze aan nep Rolexen, nep Seiko's en nep Rado's (maar niet tegen een nep Gucci voor Ingrid), en zweten onze weg door de bekendste tempels, monumenten en beelden van Vientiane. Op de foto's zien jullie onder andere het presidentieel paleis, de plaatselijke 'arc de triomphe' en de Wat Sisaket.
Ons hotel ligt langs het 'Centre de la langue Francaise'. Dit centrum is een van de uitwassen van de Franse dominantie in het begin van de twintigste eeuw. Pas in 1953 liet Frankrijk Laos los, maar tot vandaag merk je de franse invloed. Alle straatnamen bijvoorbeeld staan zowel in het Lao als in het Frans geschreven. En in veel van de koloniale woningen schuilt een sterke hand van een of andere Franse bourgois architect. In het 'Centre de la langue Francaise' wordt 3 keer per week een Franstalige film vertoond. Wij gaan op zaterdag kijken naar Pauline a la plage. Een bijzonder slechte film uit 1983 met een hoofdactrice die zo geplukt lijkt van op een porno set... Daarna heeft nooit nog iemand iets van haar gehoord.