19 oktober 2007

Peru: say hello, wave goodbye




Als we op 19 oktober de nachtbus nemen van Cusco naar Copacabana en daarmee dus Peruaans grondgebied verlaten, luister ik op m'n mp3 speler naar David Gray's 'Say Hello, Wave Goodbye'. Ik maak de reflectie over deze maand in Peru en kom maar niet tot een besluit. Toen we uit Ecuador vertrokken was het zoveel makkelijker om conclusies te trekken. Dat lukt me nu niet, maar dat hoeft ook niet. We hebben een maand vrijwilligerswerk gedaan en dicht bij de mensen gestaan, dat volstaat. We hebben een lelijke hoofdstad gezien, Lima, en we hebben een prachtige Andes-stad gezien, Cusco: dat volstaat. En Ingrid heeft James op de Plaza de Armas in Cusco teruggezien: ook dat volstaat. Daartussen liggen hopen ervaringen en impressies die het midden houden tussen whauw en wat jammer toch. De whauws gaan naar de landschappen van de Cordillera Blanca, de zandduinen en het strand van Santa Rosa, de Heilige Vallei rond Cusco en Cusco zelf. De wat jammer tochs gaan naar de slechte wegen, het slechte water en het slechte onderwijs. Op de laatste dag van ons verblijf in Cusco ontmoeten we een bijzonder clevere taxichauffeur. Hij herleidt de problemen van Peru tot de drie volgende: maak het water gezond en de mensen worden gezond; leg wegen aan en de economie bloeit open; creëer een (nieuw) leerplan, een leerlijn en je krijgt kinderen met goesting om te leren en met kans op een betere toekomst.

Peru was ook het land waar ik in verloren uren opnieuw alles vernam over Kolonel Buendia, zijn familie en het ontstaan en de totale ondergang - honderd jaar later - van het dorpje Macondo. Het boek 'honderd jaar eenzaamheid' van Marquez, nu helemaal kapotgelezen, lieten we achter in Abancay.

Ik wil tot slot nog een speciale nota maken bij kinderen, honden en Toyota Corolla´s in dit land: het stikt ervan. Overal op straat zie je hopen kinderen lopen, meestal zonder begeleiding van een volwassene. Als ze geluk hebben, hebben ze een schooluniform aan. Anderen moeten de straat op en werken om wat eten en drinken. De honden hebben me dunkt vaak een makkelijker leventje: er ligt zoveel vuil op straat dat er altijd wel iets te schooien valt. De Toyota's zijn zonder uitzondering meer dan 10 jaar oud en schijnen geen remmen te hebben voor voetgangers. Ingrid heeft zich daar al bijzonder aan geërgerd en moest zich vaak inhouden om niet haar middenvinger naar de nonchalante chauffeurs op te steken.

We hebben spijtig genoeg in Peru niet bij Servas hosts gelogeerd en hopen dat we onze 'schade' in Bolivië of Argentinië wel zullen inhalen.

Geen opmerkingen: