06 mei 2008

MUANG NGOI NEUA









We trekken twee dagen de hort op met Nicole uit Cairns. Zij was hier vijf jaar geleden ook al, en had het toen bijzonder naar haar zin gehad in Muang Ngoi Neua, een piepklein dorpje met een nauwelijks uit te spreken naam. Bekend en geliefd bij backpackers omdat je hier enkel per boot kan geraken. Geen keus hier voor Ingrid: we kruipen met z’n allen in een slowboat en varen een uur stroomopwaarts. Je hoort haar niet klagen want ze is net bezig met het laatste hoofdstuk in een nieuwe Harlan Coben. Net voor we de laatste bocht nemen, leest ze wie de moordenaar is.
We zijn echte fans van Harlan Coben geworden. Maar stel nu eens dat de spanning je teveel wordt. Dan kan je maar beter geen hartaanval krijgen in dit geisoleerde stukje Laos. Eerst zou je terug met de boot naar Nong Khiaw moeten: 1 uur. Daarna moet je het vier uur in een bus volhouden tot Luang Prabang. Daar is een luchthaventje. Als je dan nog leeft en geluk hebt, is er een vliegtuig dat je tot in Bangkok zal brengen: anderhalf uur vliegen. Zesenhalf uur na de eerste aanval kunnen ze in een goed uitgerust ziekenhuis eindelijk aan reanimatie beginnen. Ik mag er niet aan denken. Voor ons dus de volgende twee dagen geen Harlan Coben meer.
ENTER THE SPIDER
Onze bungalow met zicht op de rivier lijkt op het eerste zicht best oke, maar als we die eerste avond gaan slapen merk ik dat er op het bed een reuzegrote spin rondkruipt. Zo ongeveer een hand groot. Zo ongeveer zo harig als in een horrorfilm. Zo ongeveer zo bloedstollend dat mijn hart blijft stilstaan. Please! Niet in Muang Ngoi Neua, Hans! Denk aan de lange weg naar Bangkok! Ik roep stoere Ingrid, maar samen zien we nog net de spin verdwijnen onder het bed. Het bed is een grote afgesloten beddenbak, je kan dus niet onder de matras. De spin dus blijkbaar wel. De volgende ochtend – ik heb nauwelijks geslapen, onder andere omdat er meer hanen-zonder-scrupules in dit dorp wonen dan mensen – beschrijven we de spin aan het neefje van de eigenares. Hij spreekt vrij goed Engels en begrijpt al snel waar het over gaat, maar eigenlijk vertelt onze body language meer dan genoeg. Daarna zegt het neefje de historische woorden: “harmless. It kills the bugs. Did you see any bugs?” Alsof dat een geruststelling zou zijn voor mij. Die spin blijkt al een tijdje onder het bed in die bungalow te wonen. Een jongen uit Oostenrijk die hier al een maand logeert vult aan: “vorige week nog is er een Canadese toeriste s’nachts schreeuwend uit de bungalow gelopen omdat ze wakker was geschrokken door de onvoorziene gast in haar bed.” Ik kan jullie verzekeren dat we de volgende avond het muskietennet bijzonder zorgvuldig hebben ingestopt!
We gaan samen met Nicole op pad. Na anderhalf uur wandelen over een veldwegje bereiken we Ban-Na, een bergdorpje – honderd of zo zielen groot – waar helemaal geen electriciteit is. Geen electriciteit betekent geen koud bier en geen koud bier betekent geen toeristen. Toch hebben ze ook hier een nieuwe guesthouse gebouwd. Die guesthouses hebben allemaal dezelfde structuur: een centrale open ruimte, en daarrond enkele bungalows op palen. De bungalows zijn volledig uit hout of bamboo of riet of een combinatie van deze drie. Moet zo’n 4.000 USD kosten per stuk, schat een local in.
Zowel in Ban-Na als in Muang Ngoi Meua lopen kinderen rond met ongewassen kleren en snottebellen tot op hun lip, maar ze zijn bijzonder schattig en poseren gewillig voor een foto. Maar na twee dagen houden we het voor bekeken: genoeg onversneden natuur gehad. We willen terug naar de airco.

1 opmerking:

F & E zei

Jakkes,

met zo een joekel van een spin op mijn bed had ik allang een beroerte gekregen. Dan ga ik nog liever een bad pakken in zo'n "manusje van alles" rivier, dan in dat bed te kruipen. Meer nog, ze mogen mij helemaal achteraan in de rij zetten, na de rijstwassers, plassers en wassers....
Mijn respect is groot voor jullie Hans en Ingrid!
En 't was al groot...
Dikke kus, Els