14 februari 2008

MAORI CULTUUR


Wij kennen weinig meer van de Maori cultuur dan de plaatsnamen in Nieuw Zeeland en de tatoeages.
De plaatsnamen:
Kaka Point is een makkelijke. Maar wat denken jullie van Aniwaniwa, Hakataramea, Haukawakawa, Kauangaroa en Manawaora.
En wie Whakarewarewa, vlakbij Rotorua, van de eerste keer correct kan uitspreken mogen ze van mij een medaille geven. De plaatsnamen zijn allemaal in de oorspronkelijke Maori taal.
In de basisschool krijgen alle kinderen een uurtje per week Maori. Ze leren tellen van 1 tot 10 en krijgen een woordenschat mee van om en bij de honderd woorden. Maar verder gaat het (meestal) niet. De Maoris zijn de oorspronkelijke bewoners van Nieuw Zeeland. Zij kwamen 600 tot 1000 jaar geleden aan vanuit de Polynesische eilanden. Wat van hun cultuur overblijft, zit voornamelijk opgeborgen in musea zoals het War Memorial museum in Auckland en het Te Papa museum in Wellington. We bezochten beide en onthielden vooral dat de Maori's jagers waren en geen geschrift hadden. Ze vertelden verhalen op het centrale dorpsplein: hun verbaal talent was opmerkelijk. Vandaar dat tot vandaag enkele van de beste rechters van dit land een Maori afkomst hebben. Belangrijke evenementen werden opgetekend door middel van houtsnijwerk en tatoeages. Van dat houtsnijwerk vinden we heel wat voorbeelden terug in de musea.
De tatoeages:
Voor de tatoeages hoef je niet naar musea te gaan. Ik heb de indruk dat 80 procent van de bevolking in Nieuw Zeeland een tatoage heeft. Ze zien er meestal vreselijk uit. Als je geluk hebt, zijn ze verborgen achter kledij. Helaas is het zomer. Vaak staan er grote tekens op boven- en onderarmen, of - erger nog - laten jongeren hun gezicht verminken. Vrouwen hebben tekeningen op hun kin, veel mannen echter kerven tekeningen over het hele gezicht. In de oude Maori cultuur waren de gezichtstatoeages een indicatie van de status. Hoe meer strepen in je gezicht, hoe belangrijker je was. Als je vandaag in Nieuw Zeeland naar een tatoeist gaat, heb je eerst een lang gesprek over je voorouders. Op basis van die input stelt de tatoeist een traditionele tekening samen.

DUNEDIN 2



Meet Ken and Judy. They moved into their new house in Dunedin at the age of 70, now a few years ago. Before that they lived for longer periods in Whangarei on the North Island and in Invercargill on the South Island. The family, mum and dad and their 5 children, also went over to the US to live for a couple of years.
They are the kind of couple that doesn't do in Valentines days anymore. Love speaks for itself in this house. Ken is keen on watching cricket on tv and going to the bridge at least once a week. Judy turned out to be a gifted painter, but nowadays she's more into the woodturning thing. We go and visit a workshop where colleagues of Judy are turning parts of wood into really nice and smooth objects. One of the professionals of the group turns a bowl for us. That evening I try to get it smoother with sandpaper, and give it a finish with oil after instructions from Judy.
Judy is a great cook as well. For the first time Ingrid is not allowed to make dinner on the second night of our stay. Lucky us, we have the nicest sushi's and a stirfry with marinated chicken. We spend the whole evening watching food programmes on the food channel, so that by 10 pm we felt very hungry again. And that's where the Clafoutis, the famous desert Ingrid likes to make all the time, came in very handy.

13 februari 2008

DUNEDIN: OTAGO PENINSULA











We wachten op beter weer. Daarom blijven we vier dagen in Dunedin. Het loont de moeite, want zodra het opklaart komen we op het schiereiland vlakbij Dunedin enkele prachtige stukjes natuur tegen. We verkennen achtereenvolgens Allans beach, Tunnel beach en Sandfly bay. Vaak zijn we er heel alleen, een enkele keer vinden we een koe op onze weg. Die zich afvraagt waarom twee verloren gelopen toeristen een foto van haar maken.
De laatste dag rijden we na een picknick 'op den buiten' naar een kolonie 'Royal Albatrosses' op Taiaroa Head. De jongen krijgen we niet te zien, maar de ouders maken enkele rondjes in de lucht. Redelijk impressionant als je er met de verrekijker naar kijkt. Sierlijk zweven ze rond de kop van het eiland: hun slanke vleugels hebben een spanwijdte van 3 meter.

10 AM PIC


Skype: de beste uitvinding na de kruiden van Piet Huyzentruit.

12 februari 2008

DUNEDIN 1





After a quick visit to misty Nugget Point and Roary Bay (with a lighthouse, a colony of fur seals and some Yellowcrested pinguins you can view from a hide-out) we head for Dunedin.
Dunedin is an old Scottish word for Edinburough. And indeed, you do will find out that a huge amount of people living in Dunedin have Scottish roots.
Meet Jenny and Adrian. She's a Scottish farmer's daughter, he's from England. They met in Edinburough while studying both Chemistry. The only chemistry that ever took place there was the reaction between Jenny and Adrian. Love can do strange things to people, and how lucky we are that these adorable people kept moving on together. They both like travelling and that's actually how they got involved in Servas. First being guests in places from Denmark to Japan (most of that travelling on a bike), and enjoying it very much, they decided to host people as well. But first there was another issue to solve: 'where do we want to live'? After having seen Latin America, Africa and most parts of Europe, they came to New Zealand and decided: 'whaw, this feels good'. After a slight hesitation about where to look for a house and a living, they suddenly spotted Dunedin. Everything kind of came together in Dunedin.
We had the nicest time with Jenny and Adrian. While they went out working, we could use their house and their computer with broadband connection. It felt almost as a relief that it started raining in Dunedin, so we did not have to feel guilty about only leaving the house to go and get the groceries for the evening meal.
We hope to meet them again in our house. On a sunny day in Belgium?

11 februari 2008

DOUBTFUL SOUNDS




Kapitein Cook kan niet altijd op scherp staan. Toen hij een nieuwe toegang vanuit zee ontdekte, twijfelde hij over de precieze locatie. Hij doopte het daarom de Doubtful Sounds. Om hier te geraken vanaf land, moet je heelwat hindernissen overwinnen. Om te beginnen kan je dit gebied niet op je eentje gaan verkennen. We schrijven in voor een dure zee-kayak excursie. Eerst nemen we een busje naar een meer, dan varen we veertig minuten tot we opnieuw land bereiken. Hier moeten we opnieuw de bus op voor veertig minuten. Daarna kunnen we weer een andere boot op, en die levert ons eindelijk af aan de kayaks. Na een snelcursus en een omkleedsessie zijn we er klaar voor. We zijn met z'n tienen en voor de rest is hier... niets. We peddelen in wat allicht het meest afgelegen gebied is in Fjordland. En het begint te regenen. Eindelijk begint het te regenen. Het heeft de afgelopen 7 dagen niet geregend en daar worden ze hier bijzonder slecht gezind van. Het is namelijk zo dat door de massale regenval een heel aparte fauna en flora is ontstaan. Het fjord waarover we varen heeft bijvoorbeeld een toplaag van zoetwater. Die laag is om en bij de 10 meter dik. Daaronder zit pas het zoutwater. Dus krijg je eigenlijk twee ecosystemen boven elkaar. Bovendien zorgt het regenwater ervoor dat het water donkerder - lees: zwarter - kleurt dan normaal. Daardoor vindt je op geringe diepte al diepzeevis.
Vier uur en een hoop verhalen later (de gids vertelt Maori legendes tussen de roeisessies in de hoop dat we de pijn in schouders en onderrug vergeten) kunnen we onze natte thermische kledij uitspelen en varen en rijden we de lange tocht terug naar het vasteland.

10 februari 2008

MILFORD SOUND






De Milford Sounds hebben hun naam zoals zovele andere gebieden te danken aan kapitein Cook. Maar hij heeft zich vergist, want de kapitein voor sounds hield - door rivieren gevormde zijarmen van de zee - bleken in werkelijkheid fjorden te zijn. Alle grillige bergwanden zijn in Fjordland uitgekerfd door gletchers. Die zijn nu niet langer zichtbaar, maar wat overblijft is de V-vormige bergwand die steil de zee in duikt. Ijs is namelijk harder dan water en laat een veel dieper spoor achter dan wat water doet met een landschap. Enfin, dat is toch hoe ik het begrijp van de gids en kapitein die met ons twee uurtjes rondvaart op de Milford Sounds. De typische postkaartfoto van de Sounds, met laaghangende wolken, krijgen we niet helemaal voor elkaar. Wat we wel te zien krijgen zijn enkele fur seals die van het schrale zonnetje proberen te genieten. De fjorden geven uit op de Tasmaanse zee, maar eer we die goed en wel in het vizier krijgen, keert de kapitein terug omdat ons schip niet is uitgerust voor tochtjes op de ruwe, open zee.
Na twee uurtjes uitwaaien op de boot is het tijd voor actie: we klimmen twee uur omhoog naar 'Lake Marian'. In onze gids staat die wandeling genoteerd als 'moderate' (middelmatig), maar ik denk dat de schrijver een onverbeterlijk optimist moet zijn geweest. Het wandelpad slingert steil omhoog over een ondergrond van voornamelijk... boomwortels. Eenmaal boven worden we beloond met een prachtig uitzicht op het meer en de omliggende bergen.